zondag 27 mei 2012

2012-5-22



EINDELIJK OPHAALBRUGGEN?
Aan het eind van het canal du Rhône à Sète kom je zowaar ophaalbruggen tegen. Zie onze ervaringen met bruggen op de kanalen geen overbodige luxe. Maar… De eerste is in Frontignan. De openingstijden zijn volgens alle gidsen 3x/dag: om 7.30, 13.30 en om 16.30 uur. Dit vanwege de slechte staat van de brug! Deze mededeling komt al voor in een gids uit 1984(!). We hebben met deze tijden rekening gehouden en zijn rond 13.00 uur bij de brug. Een half uur later gebeurt er niets. Niemand op de brug aanwezig, wel een briefje, namens de Mairie van Frontignan, met andere openingstijden sinds 1 juli 2011. Kennelijk is de toestand van de brug verslechterd.
Slechts 2x per dag gaat de brug nog open, nu om 8.30 en 16.00 uur. Na een wandeling in het leuke stadje terug op de boot gaat zo waar de brug open om 16.00 uur. Op naar Sète, 8 km verder. Om de stad via het Ëtang de Thau binnen te varen moeten er weer twee bruggen open, o.a. een spoorbrug. Deze gaan om 9.15 en 19.15 uur open op werkdagen, in het weekend niet. Gelukkig is het woensdag en hebben we ook nog wat geduld over vandaag. Aanleggen voor de brug kan alleen met veel improvisatie, zoals een lijn om een oude waterpomp. Direct kwamen de mensen uit hun huis om te zeggen dat dat niet kon. Op mijn vraag hoe anders kreeg ik geen antwoord en schouderophalend gingen ze weer naar binnen. Als de bruggen eenmaal open zijn is dat een spectaculair gezicht en heb je 10 minuten de tijd om samen met een paar nerveuze zeilboten er als een raket door te varen. In de haven is de capitainerie natuurlijk al dicht en hebben wij zelf ergens een ligplaats gezocht.

SÈTE EN BOUZIGUES
In Sète komen Caroline en haar ‘Gourmand ‘Vincent aan boord voor een culinaire reis op het Ètang de Thau. Sète is na Marseille de 2e vissers- en handelshaven aan de kust. Er is een netwerk van kanalen en bruggen, een soort klein Venetië. Het ligt tegen de berg de Mont St Saveur  aan. Bovenop de berg heb je een prachtig uitzicht, ook over het door ons bevaren kanaal tussen de strandmeren in. De volgende dag op tijd vertrokken uit Sète gingen om 10 uur de bruggen weer voor ons open en konden wij het ruime sop kiezen, want ruim is het daar Het Étang de Thau is 18 km lang en 6 km breed met azuurblauw water, met 3 kanalen met zee verbonden en er van gescheiden door een smalle strandstrook en al eeuwen een voorraadkamer voor de mens. Er wordt veel vis gevangen en heeft een grote mossel- en vooral oestercultuur. Onze eerste stop is Bouzigues waar Elsbeth en ik getrakteerd worden op een grote plat de coquillages met de beroemde oesters en mosselen van Bouzigues. Zo heerlijk hebben wij ze zelden gegeten. Na het déjeuner voeren wij verder het grote meer op. De wind was aardig aangewakkerd, overal stonden witte kopjes op de 1.50 meter hoge golven. Het plan was om een 2e déjeuner te nuttigen in Mèze.
Maar omdat ik dan met dwarse wind tussen de oestervelden moest laveren om daar te komen hebben wij er van af gezien Met de wind op kop, dus veel buiswater was de boot compleet ‘salé’ aan het eind van het meer. Daar begint het Canal du Midi. Op rustiger vaarwater en na een paar sluizen bereiken wij het uiterst eigenaardiger dorp Agde, een soort spookstad met een zwarte versterkte kerk. Vincent toonde zijn enorme inzet en ondervroeg elke dorpeling  die zich op straat vertoonde uiterst charmant naar goede eetgelegenheden en leidde ons naar een prima restaurant voor het diner. Voor diners aan boord had hij een klein luidsprekertje meegenomen voor mijn ipod voor ‘tafelmuziek’. Wij hadden een heerlik weekend en hebben geleerd van hem hoe op zijn Frans een goed restaurant uit te kiezen.



CANAL DU MIDI

Ten tijde van Louis XIV al in 1681 in gebruik met als bouwmeester Pierre Paul Riquet is dit kanaal één van de oudste kanalen van Europa en een onderdeel van de verbinding tussen de Middellandse zee en de Atlantische oceaan. Gegraven met handkracht door een 10000 mannen en vrouwen zelfs met een tunnel en veel aquaducten/tjes, het grootste bouwwerk van de 17e eeuw genoemd. Het 240 km lange kanaal voert je langs steden als Sete,Béziers, Narbonne, Carcassonne en eindigt in Toulouse. Beroepsvaart is er al lang niet meer, alleen nog pleziervaart waarvan 80 % huurboten. Die laatste categorie heeft het hier wel moeilijker dan bv. in Bourgondië. Er staat hier bijna altijd veel wind en de sluizen zijn ellipsvormig. Toen het kanaal gegraven werd kon men alleen stenen in bogen leggen anders zouden de sluiswanden instorten. Nog steeds lastig aanleggen zeker voor huurboten. Sluizen hebben ook een alles of niets principe, d.w.z. alle schuiven gaan gelijk open, het water stort zich met donderend geraas in een lege sluis ,rustig sluizen is er niet bij. Langs het kanaal staan vele platanen, die er voor zorgen, dat je door een groene tunnel vaart. Het kanaal staat op de lijst van het Werelderfgoed van Unesco. We hadden er veel over gelezen en gehoord. Het is een beeldschoon kanaal om door heen te varen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten