zaterdag 27 september 2014

2014-9-27


VALENCE

De 45 km naar Valence met 2 sluizen en op één motor verliep voorspoedig. De volgende dag zou de boot uit het water gaan in aanwezigheid van een monteur. Hopende op een goede afloop dronken wij 's-avonds op het achterdek nog iets met uitzicht op de groen verlichte brug over de Rhône.



DE GAIRLOCH UIT HET WATER

Toen de boot uit het water kwam was snel duidelijk wat eraan de hand was. De schroefas loopt door twee schroefashouders, die vast zitten aan de boot. Omdat de schroef draait loopt die door een lager. Welnu, het door de duiker gevonden touwtje van 1 cm dikte heeft zich tussen de schroefas en de achterste houder gewurmd en het lager eruit gedrukt. Het weer terugplaatsen van het lager was niet zoveel werk, maar daar was diezelfde dag geen tijd voor. De volgende dag werd er niet gewerkt. Maar op woensdag wel en de monteurs waren in 2 uur klaar. Tevens zijn de 2 reserveschroeven, die ik aan boord heb geplaatst. De oude zagen er na duizenden km Franse kanalen gebutst en gerafeld uit. Die nemen we de komende winter mee naar Nederland voor reparatie. De dinsdag hebben wij besteed om het boven water gedeelte van de boot met professionele shampoo van alle (vaak gele) aanslag te ontdoen. Daarna met Starbrite Cleaner en Wax met PTEF (?) in te wrijven en met een schone doek weer uit te  wrijven. Daarna nog 2x met Starbrite Polish ook met PTEF in- en uitgewreven. De beschrijving beloofde een vuil- en aanslagvrije tijd voor onze boot. Zo blinkend wit heeft die er nog nooit uitgezien. Het PTEF heeft ook gezorgd voor een nieuwe huid op onze handen. Die begonnen de dagen erna spontaan te vervellen. De kleine lettertjes van de gebruiksaanwijzing hebben we met een vergrootglas er nog eens op nagezien. Het werd zeer aanbevolen om handschoenen te dragen tijdens het poetsen.



DE KIOSQUE VAN PEYNET

Woensdagmiddag kon de boot weer het water in. Door alle commotie en het poetsen waren we aan een paar rustige dagen toe. We hadden ook nog niet veel van Valence gezien. In een park staat de beroemde kiosque, genoemd naar de tekenaar Raymond Peynet. Hij heeft van deze gietijzeren muziektent een tekening gemaakt waarin een verliefd stelletje zit, dat elkaar de liefde verklaart. Vroeger was Peynet Elsbeth's held. Zij vond zijn verliefde poppetjes prachtig en was blij verrast Peynet hier tegen te komen.



ANNE SOPHIE PIC

In Valence is een restaurant met drie Michelin sterren. En dat al drie generaties lang geleid door de familie Pic. Inmiddels door de (klein)dochter Anne Sophie Pic. Een menu in hun restaurant is daar 200-300 euro. Ernaast is hun bistro, Le 7 genaamd, waar je voor 30 euro terecht kan. Verderop in de straat is hun kookschool/keukenwinkel en aan de overkant nog de traiteur Pic. In het centrum van de stad is er een soort cafetaria, in het Frans heet dat een cantine gourmande. Je kan daar voor een redelijke prijs de meest exquise hapjes ter plekke nuttigen. Met uitzicht op het park, waar de kiosque van Peynet staat. Al haar ondernemingen zagen er buitengewoon smaakvol uit. En dan bedoel ik niet alleen het eten. Ze timmert erg aan de weg in Valence, deze mevrouw A.S.PIC!

donderdag 25 september 2014

2014-09-25


 

DE RHÔNE OP

Op weg naar het noorden ontkom je er niet aan. Het kan immers niet anders dan via de Rhône. Dat betekent stroomopwaarts en als het tegenzit ook nog de Mistral met 8 á 10 Beaufort tegen. Wij zijn in het zuiden veel boten tegengekomen met een maximumsnelheid van 10-12 km en die daarom daar maar blijven onder de smoes het weer is nu eenmaal beter! Met een stroomsnelheid iets boven gemiddeld, dat betekent een vijf km 'tegen', begonnen we aan de 310 km lange reis. Van de Mistral hadden wij geen last, integendeel we hadden de wind zelfs mee. De twaalf sluizen invaren met een verval van 12 tot 24 meter was bijzonder. Je vaart letterlijk een donker gat in. Gelukkig aan beide zijden een achttal drijvende bolders. Omhoog sluizen is een makkie, wel met het geluid van schurend metaal. De 16 drijvende bolders resoneren als ze in beweging komen in de sluis als een atonaal muziekstuk, zoals dat klinkt in griezelfilms.



AVIGNON

Vlak na de beroemde brug kan je langs een kade aanleggen. Er zijn niet veel aanlegplaatsen langs de Rhône en in Avignon aanleggen is natuurlijk erg populair. Wij hadden de laatste aanlegplaats. Later verscheen een grote veertien meter lange BROOM, die wanhopig een plek zocht voor de nacht. Ik vaar in een BROOM CONTINENTAL en bood de schipper aan om bij mij langszij vast te maken. In Nederland normaal, maar Fransen weigeren dat vaak botweg. De Engelse schipper was dan ook verbaasd over mijn aanbod. Van de ene verbazing viel hij in een andere, toen ik hem vertelde dat zijn Broom collegiaal naast een andere Broom lag. Are you kidding? Is thàt a Broom? Tja de mijne is veertig jaar oud en die van hem gloednieuw! Het is ook een wereld van verschil.



EEN IKEAZAK IN DE SCHROEF

Halverwege onze tocht over de Rhône verlieten wij in de ochtend Cruas. Bij de eerste sluis die dag maakte de rechter motor plotseling een enorm lawaai als de schroef in werking kwam. Wij zijn teruggevaren naar Cruas op de linker motor. Dat is toch het voordeel van twee motoren! Terug in de haven heeft havenmeester de pompiers gebeld. Hun duikers hadden mij in het verleden al een paar keer geholpen. Maar niet nu. Als ik op de Rhône voer en in nood was wilden zij mij wel helpen. In een haven moest ik het zelf maar uitzoeken. Gelukkig lag daar de boot van een zwemleraar, die ook duikles gaf in het zwembad. Hij ging het water in en haalde flarden Ikeatas uit de LINKER schroef. Een slechte reclamestunt van Ikea overigens. Om de rechterschroef zat buiten het gebruikelijke visdraad een stuk touw van één centimeter dik. Verder niets. En hij vond dat de schroefas erg veel speling had. Er was maar één mogelijkheid om te weten wat er aan de hand was: de boot moet de kant op. De dichtstbijzijnde mogelijkheid was Valence. Daar is een grote jachthaven, met een werf waar de boot uit het water getild kan worden.




STEUNZEIL ERBIJ

Op één motor vertrokken wij wederom uit Cruas. Met duizend toeren haalden we nog een snelheid van ruim acht km. De wind kwam nog steeds van achteren. Elsbeth verzon met behulp van de zonnewering een steunzeil. De snelheid liep op tot tien km!

maandag 15 september 2014

2014-9-15



LATTES

Vanaf het vliegveld van Montpellier zou Josja terugvliegen naar Nederland. Lattes ligt vlakbij deze stad en heeft een haven, via het riviertje de Lez te bereiken. Rondom de jachthaven zijn luxueuze appartementsgebouwen volgens Elsbeth in roomsoezenstijl gebouwd. De haven heeft als functie om de gebouwen wat extra cachet te geven. Na het woeste landschap van de Camarque waren we in een totaal andere wereld terecht gekomen. Dat was even wennen, al die keurige, kleurige flats. Met onder elk gebouw restaurants met enorme terrassen, angstig leeg elke avond. Het voordeel van Lattes is dat je met een tram binnen 20 minuten in het centrum van Montpellier bent, een fantastisch mooie stad. En als iemand je wilt brengen met een auto ben je in 10 minuten op het vliegveld. Anders duurt het ruim anderhalf uur met het openbaar vervoer. Door ruzie tussen de gemeentes mag de shuttle bus van het vliegveld tot de grens van de ene gemeente en de reizigers moeten dan nog 2x overstappen om bij het station in Montpellier te komen, vanwaar de tram naar de haven vertrekt. Gelukkig troffen we in de haven een bekende aan, die wij nog van het Aalsmeerse water kenden en hij was zo aardig om haar naar het vliegveld te brengen met zijn auto. In 10 minuten dus.



PALVAS-LES-FLOTTES

Waar het riviertje de Lez in de Middellandse zee uitmondt ligt het plaatsje Palavas. Van origine een vissersdorp en in vroegere tijden de badplaats voor de inwoners van Montpellier waar ze al in 1872 met een stoomtrein naar toe konden gaan. Nu is het een groot toeristisch dorp. Er staat een moderne vuurtoren met ronddraaiend restaurant bovenin, er is een grote jachthaven, een kabelbaan over de Lez en een casino. Maar langs de Lez kan je bij de vissers vanaf negen uur de vis kopen die s'ochtend gevangen is. Je kunt ze bijna nog levend uitzoeken. Alleen van schubben ontdaan, de rest moet je zelf doen. Behalve de kreeften. Die krijg je natuurlijk levend mee. We hebben het bij een dorade gehouden. Prima vis!


ARLES

We zijn inmiddels op de Rhône beland met als eerste stad Arles. Je kan daar niet aanleggen. Een aantal jaren geleden was daar nog een jachthaven met pontons. En net als in Avignon is in datzelfde jaar alles met hoog water weggespoeld richting Middellandse zee en nooit meer herbouwd. Want stromen en spoken kan het in de Rhône. In Arles heeft van Gogh gewoond en het leek ons leuk om door het Canal van Arles naar Fos te varen en onder de beroemde brug door. Hij heeft die brug 5x geschilderd, o.a één keer in Japanse stijl. De brug net buiten Arles en is via een industrieterrein te bereiken. Vlak er na kan je prima met de boot aanleggen om de stad te zien. Langs het pad naar de brug kom je heel veel Japanners tegen, die wanhopig vragen 'wo Va Go?' Gewoon kanaal volgen rechtdoor! Sinds Parijs hebben we niet zoveel Japanners gezien in Frankrijk. Elsbeth heeft met behulp van haar Ipad onze boot onder de brug door laten varen.



CŒUR DE BOUEF VOOR STENEN

Het Canal van Arles naar Fos blijkt na de beroemde brug niet meer te zijn dan een boerensloot met veel dotterbloemen aan de kanten, ongewoon voor Frankrijk. 15 kilometer verder op zou een mogelijkheid zijn om aan te leggen volgens de kaart. Niet dus. Met enige improvisatie hebben wij vlak voor een brug aangelegd om de dotterbloemen niet te beschadigen. Je kon via een ladder naar de wal. Een prachtig kanaal, een leuk dorp. Maar de plaatselijke jeugd kon het niet laten om stenen naar de boot te gooien. Een jongen en een meisje met lang blond haar. Ik zag ze snel wegfietsen. Direct ben ik de ladder opgeklommen, maar ze waren verdwenen. Bij het dichtstbijzijnde huis werd snel de parasol omlaag gedaan, de deur gesloten en de gordijnen gingen dicht. Daarnaast was een garage. Ik vroeg of de garagist het signalement van de kinderen herkende. Ja zeker, dat waren zijn buren. Het meisje met de lange haren bleek een jongen te zijn! Hij belde de buren meteen op. De vader zei, hij zou maatregelen nemen... De garagist vond het erg vervelend en ik kreeg een aantal Coeur de Boeuf tomaten mee uit zijn moestuin. Van de jongetjes hebben we geen last meer gehad. Ook geen excuses trouwens. Maar de tomaten waren ons niet onbekend. Het zijn de lekkerste die er zijn.

dinsdag 2 september 2014

2014-9-2


AGDE

Een kilometer van de ronde sluis vandaan ligt het stadje Agde aan de Hérault. Vijf kilometer verder richting zee ligt Grau d'Agde, het vissersdorp. En verderop aan zee ligt Cap d'Agde. Dat is een uit de grond gestampt nieuw toeristische badplaats met schiereilanden met enorme campings. Het zand ervoor werd naast en uit het Canal du Midi  gehaald. Daar is nu de (diepe) haven van CANALOUS, vlakbij de ronde sluis. Op één van de schiereilanden bevindt zich de grootste naturistencamping en strand van Frankrijk. De gemeente laat de naaktlopers 12 euro per dag toegang/toeristenbelasting betalen. Dat levert ze miljoenen op per jaar! Als attractie in de zomer zijn er in de Hérault wedstrijden met twee roeiboten. Elsbeth heeft er slechts één getekend. De boten varen langs elkaar heen en de bedoeling is dat de Jouteurs, twee mannen met schilden en een lange stok achterop op de boten, elkaar proberen in het water te duwen. Het duurt allemaal erg lang en de spelregels zijn onduidelijk, maar het is toch altijd leuk om iemand in het water te zien vallen.



MARKTEN KROEGEN EN KAPSELS

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wilden de Duitsers niet te veel pottekijkers in steden vlakbij de kust. De inwoners moesten hun huizen verlaten. Toen de Duitsers weg waren kwamen de zigeuners uit Spanje in hun lege huizen. Met toestemming of niet, daar is onduidelijkheid over. Maar ze zijn er na 70 jaar nog steeds. Overal langs de kust is dit gebeurd, in Béziers, Frontignac en ook in Agde. Met al hun speciale gewoontes en hebbelijkheden. Er ontstond een mixt met de wel teruggekeerde inwoners, wiens huis niet door hen was ingenomen. De versterkte kerk met meters dikke muren, de kade langs het water en de oude binnenstad zijn gebouwd met basaltblokken, gehakt uit het vulkanisch gesteente van de nabij gelegen berg de Mont St Loup. De stad zelf is niet zo groot. Maar de wekelijkse markt wel. We hebben van een afstand een maand lang dat alles rustig kunnen bekijken. Vanuit onze vaste stamkroeg langs de markt. Vele bijzondere kapsels, vaak gitzwart, kwamen langs tussen de rood verbrande hoofden van de toeristen door. We keken onze ogen uit. Elsbeth heeft schetsen gemaakt van de meest opvallende haardrachten! Hun oranje/geel fluoricerende kleding zullen we iedereen besparen, maar van Agde en zijn inwoners zijn we echt een beetje gaan houden.

BOUZIGUES

Na een maand zat het achterraampje er eindelijk in en konden wij weer logés ontvangen. Onze vriendin Josja kwam voor een week aan boord in Agde. Na een dagje in de rivier de Hérault, prima zwemwater overigens, zijn wij het Étang du Thau overgestoken. Dat is een binnenzee, 18 km lang en 6 km breed. Erg zout water, waarin de beroemde oesters en wilde mosselen van Bouzigues worden gekweekt. Josja houdt van zwemmen en ook van oesters. Dat kwam deze week goed uit. Oesterbedden van 50 bij 12 meter bestaan uit oude spoorrail rechtop in het water en met elkaar verbonden. Daarover roestvrij stalen stangen met touwen in het water. Op een oesterbed zijn aan de touwen een 800 tot 1500 oesters met cement vastgemaakt. Na een jaar verstikken ze elkaar en worden ze op het land losgebikt en opnieuw aan touwen vastgemetseld en in het water terug gezet. Na nog een jaar zijn ze klaar voor consumptie. In de haven zijn wij een extra dag blijven liggen. Je kon er prima zwemmen met uitzicht op de Mont St Clair bij Sète en natuurlijk deze oesters eten, waar Josja ons op trakteerde.


MAGUELONE

Na het Étang du Thau kom je op het Canal van Sète richting de Rhône, 60 km lang en zonder sluizen en in het gebied van de Camarque. Je komt langs Maguelone. Daar legden wij aan en de volgende dag moest en zou ik mee naar het strand. De dag begon goed. Je hoefde niet te lopen maar kon in een toeristentreintje stappen om naar de zee te gaan. Halverwege is de Cathédrale van Maguelone. Al in de 6e eeuw gesticht als zowel kerk als vesting op een eiland in de binnenmeren bij de Middellandse zee. Volgens de toenmalige pausen was deze kathedraal de tweede kerk na Rome. Waarom uitgerekend op een onbewoond eiland op deze plaats deze kerk gebouwd is blijft onduidelijk. In de 11e eeuw is de vesting uitgebreid. Na de  15e eeuw volgde het verval. Rond 1700 zijn de ruïnes van de  vesting op last van de koning door Richelieu afgebroken om strategische redenen, behalve de kathedraal zelf natuurlijk. Om de paus en zijn voorgangers niet tegen hun schenen te schoppen... De stenen zijn gebruikt als fundament voor het Canal van Rhône naar Sète, dwars door de binnenmeren heen. De kathedraal zelf is in 1850 door een familie uit Agde opgekocht en gerestaureerd en teruggegeven aan de kerk. In de zomermaanden zijn er concerten en theatervoorstellingen. Het treintje vervolgde zijn weg naar het strand. Daar was mij die onvergetelijke zondag aan zee voorgesteld. Met een prettig ligbed met parasol, heerlijke hapjes en koele drankjes. Want er was oh zo'n leuk strandtentje op dit kleine familiestrand. En heerlijk zwemwater. Elsbeth en Josja hadden de dag tevoren de situatie verkend en mij overgehaald mee te gaan. Helaas, op zondag van twaalf uur tot half vier bleek alles 'complet' te zijn voor de lunch. Er was geen tafel of ligbed vrij. Ik ben levend verbrand, ondanks een keer zwemmen. Een dagje strand is niet echt mijn ding.