donderdag 28 juli 2016

2016-7-28


VERSLAG VAN ANTON OP WEG NAAR DANNEMARIE

Om het ons maximaal naar de zin te maken hadden René en Elsbeth een geweldig plan bedacht voor ons verblijf aan boord van de Gairloch. We gingen een zogenaamde sluizentrap nemen. Een plan dat we direct omarmden zonder overigens te weten wat we konden verwachten. Wenteltrap, vlizotrap, luie trap en ook roltrap zijn begrippen waar we ons alles bij kunnen voorstellen. Maar sluizentrap…? Ons gastvrije echtpaar legde geduldig uit dat we op weg naar Dannemarie over een afstand van zo’n 11 km ongeveer 40 à 45 meter zouden gaan dalen en dat doet een boot nou eenmaal - net als wij - met de trap, een sluizentrap. Spannend!! Het vervoer terug was nog wel een puntje. Want jammer genoeg kon de auto niet mee op de Gairloch dus moest er iets geregeld worden. ’s Morgens vroeg gingen René en ik op verkenning want het verhaal ging dat er ergens in het piepkleine Montreux-Château een treinstation zou zijn. Handig voor de terugweg niet waar. Na enkele keren vragen, bleek dat station er inderdaad te zijn maar het was nog kleiner dan piep en derhalve onvindbaar. Wat te doen? De creatieve geest van Elsbeth was niet voor een gat te vangen zoals verderop zal blijken. Kapitein René had de Franse Kanaalwaterstaat – de Voies Navigables de France – kortweg VNF uitvoerig over zijn vaarplan geïnformeerd. Ondanks dat bleek de betreffende vrouwelijke fonctionnaire bij de eerste sluis op het afgesproken tijdstip in geen velde of wegen te bekennen. Het noopte René halsbrekende toeren uit te halen om op de kant te komen en mevrouw bij de les te krijgen. Met een soepele vanzelfsprekendheid werd door de kapitein en z’n bootsvrouw de sluis ‘genomen’ en bleek onze fonctionnaire een vriendelijke madame die met eenzelfde soepelheid de knoppen bediende. Vervolgens kregen we een mannelijke collega van haar mee die zich 16 sluizen lang over ons zou ontfermen. Met een grote VNF bestelbus achtervolgde hij ons steeds naar de volgende sluis. Deurtje dicht, deurtje open en we voeren weer verder. Onderweg bleek dat die grote VNF bestelbus wel degelijk een functie had. Hierin vervoerde de brave borst namelijk een schoffel die hij van tijd tot tijd hanteerde om links en rechts een onkruidje van de sluismuur te verwijderen. Inmiddels broedde Elsbeth op haar snode plan. Eerst nog een afleidingsmanoeuvre De kapitein offreerde onze man 2 blikjes onvervalste Heineken waarvan hij er een met een schalkse blik direct weg klokte. Dat was het moment om toe te slaan. Met haar meest verleidelijk blik vroeg Elsbeth hem of de twee amies néerlandaises wellicht straks met hem mee konden rijden, hij moest immers toch terug naar het beginpunt. Een eenvoudig verzoek zou je zeggen, maar niet in la douce France. Hij wilde dat wel maar moest ‘t toch voor alle zekerheid even met de boven hem geplaatste fonctionnaire telefonisch checken. Je kon immers niet weten welk gevaar er met die twee onverwachte passagiers eventueel op de loer zou liggen. Laat die fonctionnaire nou precies de mevrouw van de eerste sluis zijn! Na korte tijd kwam zij aanrijden. Eveneens in VNF automobiel. Elsbeth en madame in conclaaf. Leek zij van plan haar hoogste chef in Parijs te bellen. Zo’n onalledaags verzoek ging haar bevoegdheid toch eigenlijk wel te boven. Maar na enkele minuten hakte ze kordaat de knoop door. De onder haar geplaatste employé (de man van de twee blikjes dus) zou ons na aankomst in Dannemarie in z’n VNF voiture terugbrengen. Maar dan wel pas na eerst uitvoerig de lunch gebruikt te hebben natuurlijk. Uiteraard vonden wij: ’s lands wijs ’s lands eer. “Zo doe je dat” mompelde Elsbeth op de van haar bekende wijze… Terug in Montreux-Château offreerden wij de man nog een modaal bankbiljet. Hij glunderde van oor tot oor. Zijn dag kon niet meer stuk. Die van ons ook niet trouwens.


OOIEVAARSNESTEN

Als je aan ooievaars denkt, dan denk je aan baby's en hier in de Elzas vooral aan voorspoed. Waar de kinderen vandaan komen weten ze in de Elzas natuurlijk ook wel. De vogel staat al eeuwen in het embleem van de Elzas. Men wist dat in oorlogstijd en de mannen op het slagveld waren en de akkers niet omgeploegd werden de populatie ooievaars in de jaren daarna aanzienlijk afnam. Geen knaagdieren en wormen op een presenteerblaadje? Dan zoeken wij volgend jaar een sympathiekere wijk op! Een andere Airbnb! De opportunisten! In 1987 en toch al ruim 40 jaar vrede waren er om onbegrijpelijke redenen nog maar een dertig koppels in de streek. Reden voor een commissie te vormen die met jaarlijks 200.000 euro in kas hier om hier wat aan te doen. Met nieuwe mogelijkheden tot nestbouw, palen, ook op gebouwen, wisten ze het aantal koppels ooievaars te vermeerderen tot 400. Tot in begin van 2000 het weer terugliep naar 150. Het aantal omgeploegde akkers was niet voldoende en de ooievaars kwamen op zoek naar eten terecht op vuilstortplaatsen. Daar waren ze niet welkom en werden verjaagd. Tot de commissie ingreep en dat verbood. Nu zijn er inmiddels een 800 koppels. Voldoende voor het ooievaarimago van de Elzas. En de commissie is opgeheven dit jaar. Blijft over de vraag, waarom deze gemakzuchtige vogels geassocieerd worden met baby's. Een onderwerp dat ons dit jaar natuurlijk erg bezig houdt dankzij onze dochter Noor! Al in de Griekse oudheid was opgemerkt dat ooievaars altijd naar hun oude nest terug keren als boodschappers van lente en vruchtbaarheid. Ook besteden zij veel tijd aan de opvoeding van hun kleinen. Een voorbeeld voor ouders en zo is de link met baby's ontstaan. In het Victoriaanse tijdperk en de preutse houding ten opzichte van de bevalling was het voor ouders makkelijker om hun kinderen de bloederige details te besparen en te zeggen dat de ooievaar een nieuw broertje of zusje had gebracht. Dannemarie is een stadje met veel pastel gekleurde vakbouwhuizen. We naderen immers Duitsland! En bovenop het kleine stadhuis in dit vriendelijk dorpje een paal met een bewoond ooievaarsnest. Die voelen zich duidelijk thuis bij de ambtenaren beneden!



TOCH ZWEMMEN IN EEN KANAAL!

Na een paar warme dagen en als slot een hele nacht wederom heel veel regen en noodweer mochten wij de volgende dag van de VNF niet verder varen. Vier sluizen verderop kwam er een riviertje in het kanaal uit met inmiddels zo veel water dat de sluizen in het kanaalgedeelte niet meer verantwoord open en dicht konden. Weer een paar dagen vast, nu in Dannemarie. In een oude havenkom met aan de overkant een pasta-snackbar. Daar was wifi, dat wij aan boord ook konden ontvangen. Overdag rond de 28 graden met veel zon en aan het eind van de middag drukkend. Il fait lourd heet dat op zijn Frans. Het werd Elsbeth te heet aan boord, zij sprong het kanaal in om af te koelen en zwom haar rondjes voor het pasta restaurant. Vóór het onweer losbarstte.

dinsdag 19 juli 2016

2016-7-19


KOM SJAAN, WE GAAN WEER EENS OP HUIS AAN

Visite van Westend uit Aalsmeer. Janine en Bert mochten het campertje van hun zoon Berend lenen. En belden op: "waar zijn jullie, in Dampierre? Dan komen we vanavond langs". In de stromende regen parkeerden zij de camper vlak naast de Gairloch. Wij werden direct na een hartelijke begroeting uitgenodigd voor een Westend-borrel in het campertje van Berend. Nou campertje? Van alle gemakken voorzien hoor! Daarna wilden we in een Frans restaurant een hapje eten. Maar in Dampierre, waar de laatste winkel van de boulanger te koop is en een baguette kan worden gescoord uit een automaat is natuurlijk geen restaurant te bekennen. Op zondagavond is in Frankrijk vrijwel geen restaurant geopend. Het werd een diner aan boord. Janine had nog een extra ei en zo werd het een spaghetti carbonara. Buiten regende het nog steeds en na een geanimeerde avond sprak Bert de mooie woorden: "Kom Sjaan, we gaan weer eens op huis aan!"


VERZOPEN!

Bij aankomst in Montbéliard kregen we van de capitainerie direct te horen, dat we de komende dagen niet verder konden varen. Het kon wel een week duren vanwege te hoge waterstand in de rivier, die in verbinding staat met het kanaal verderop. En in die week was het gelukkig droog d.w.z. we hadden slechts twee regenbuien. De ene duurde 3 dagen, de  andere vier dagen lang. Gelukkig was het een groot stadje, waar het een en ander te bekijken was. En er was WIFI! Maar van de gemeente uit was beslist dat er in de haven slechts één uur internet per dag voldoende was. Om het downloaden van films tegen te gaan... Tijd genoeg om mede op aandringen van de dames van de capitainerie een brief te schrijven over deze betutteling. Gelukkig vonden we een top café met wifi, waar we ongestoord konden internetten. Slechts te bereiken tussen de buien door. Maar we kwamen dáár of aan boord steeds kleddernat aan. In de plaatselijke sportwinkel, de Decathlon, hebben we ons op regenkleding gefêteerd. Iets wat we de afgelopen jaren nooit nodig hebben gehad. Zo konden we droog en wel met regenbroeken en poncho's een tentoonstelling bezoeken van twee mannen die verkleedpartijen en wat knutselwerk tot kunst hebben verheven. En knutselen kan Elsbeth ook. Zij heeft het affiche verbouwd tot een persoonlijk bovenstaand kunstwerk. Zo ongeveer lopen wij er in de regen in Montbéliard bij.

PS :
Een verknutselt affiche van de tentoonstelling "Pâle Mâle"
Tom Castinel en Antonin Horquin uit Lyon maken beelden, video's en installaties.
Ze verkleden zich in bizarre bijeen gezochten textiel en beelden zo absurde situaties uit.


PEUGEOT 404 BREAK

Een paar kilometer van Montbéliard ligt Sochaux. Gewoon het kanaal volgend kom je bij één van de grote Peugeot fabrieken in Frankrijk met een vermaard automuseum. Op de fiets en in regenkleding als dagtochtje makkelijk te doen. Er was ook een mogelijkheid tot een goede lunch tussen de oude auto's, zo was ons verzekerd. En daar stond ie! De auto van Pa van der Hoeven, een Peugeot 404 Break. Niet alleen aangeschaft door Elsbeth's vader voor het hele  gezin, maar meer voor het vervoer van jongens A van MOP, waarvan hij toen coach was. Volgens mijn schoonvader kon een heel elftal er ruim in. We keken met nostalgie naar de auto. Maar wat moeten dat kleine jongetjes geweest zijn!

zondag 10 juli 2016

2016-7-10


JIP MET KIESPIJN AAN BOORD.

Tijdens ons 'verplicht' verblijf in Besançon kwam vriendin Heleen langs op weg naar het zuiden. En net als vorig jaar met haar Westfalia-camper. Die zette zij boven bij de trap neer op het schiereiland, waar beneden de jachthaven zich bevindt. Zij wilde persé de nacht doorbrengen in de camper. Maar dat wilde Elsbeth niet. Wij hadden daar bij het vallen van de duisternis, als het een keer niet regende, raar volk zien rondlopen. Ook was het alleen overdag toegestaan om daar te parkeren. Tegenstribbelen lukt dan niet bij Elsbeth. De camper mocht dan wel illegaal blijven staan, maar Heleen moest en zou legaal bij ons aan boord de nacht doorbrengen. Anders kan Elsbeth niet slapen. We werden toch wakker en zagen boven aan de trap Heleen staan in een snoezig nachtponnetje met haar teckeltje Jip. Dit allerliefst zes maanden oud hondje was tanden en kiezen aan het wisselen. Net als bij baby's gaat dat gepaard met slecht eten vanwege de pijn en veel diarree. En dat gaat dag en nacht door. Bij een baby verwissel je simpel een pamper, maar met een hondje moet je bij nacht en ontij naar buiten!


VERTREK UIT BESANÇON

De rivier de Doubs loopt als een lus van bijna 360 graden rond de stad. Bijna, want bij het begin kan je i.p.v. de rivier ook rechtsaf een tunnel van een honderd meter door naar de andere kant van de rivier. Eindelijk was het water verderop zo ver gezakt, dat de scheepvaart weer kon worden hervat. Wegvarend uit Besançon zie je de 118 meter hoge citadel vanuit een ander perspectief en even met mooi weer gelukkig. De rotsen, waartussen de Doubs stroomt hebben een soms gele soms grijze kleur, die je herkend van de oude huizen in de binnenstad. Met spijt nemen we afscheid van deze mooie stad.


SLUIZEN OP DE DOUBS

Als de scheepvaart weer mag plaats vinden wil dat niet zeggen dat je in rustig vaarwater terecht komt. Wij varen stroomopwaarts en de rode en groene boeien, waar je tussen moet blijven, steken nog net met kleine puntjes boven het water uit. Opletten dus. Na een paar kilometer is er steeds een barrage met er naast een sluis. De toegang is soms maar een 20 meter en dan kan je via de lange afstandsbediening het automatisch sluizen in werking zetten. Binnen die afstand stroomt het niet meer, maar je moet wel 10 minuten wachten tot de sluis leeg is en de deuren open gaan. Er is een wachtponton, maar die ligt 50 meter terug en daar stroomt het pittig, niet prettig als je even wilt aanleggen! Naast het bulderend geluid van het water dat over de barrage stroomt heeft het sluizen er vlak naast iets van wild-west kanovaren.

vrijdag 1 juli 2016

2016-7-1


ONZE LOGEES, TINEKE EN ROBERT, VAN DOLE NAAR BESANCON, EEN VERSLAG VAN ROBERT:

Op de kade in Dole ging het al mis. “Je suis desolé, Madame Tineke”, riep de kapitein vanaf de achterplecht. “Alle kruiers zijn in staking. Tegen de nieuwe arbeidswet, weet u wel.” Hij haalde verontschuldigend zijn schouders op. “Ik vrees dat monsieur zelf uw bagage aan boord zal moeten dragen. Maar komt u eerst een welkomstdrankje drinken, daar zult u wel aan toe zijn.” De kapitein maakte een zwierig gebaar met zijn arm en zei: “Ik zelf ook, eerlijk gezegd.”
Madame gaf een knikje met haar hoofd en schreed de loopplank op. Monsieur volgde. “Nee, jij niet, Robert”, zei Madame zonder om te kijken. “Je hoort toch wat de kapitein zegt? Jij de bagage, ik het welkomstdrankje.”
Een uur later zette monsieur hijgend de laatste valies neer. De vloer van hun eersteklas hut was een oceaan van koffers en tassen. Aan de overkant, onder een patrijspoort, zat Madame achter een kaptafel haar make-up bij te werken. “Robert”, zei ze zonder om te kijken, “de bubbels waren heerlijk. Maar waar zou toch de inloopkast zijn?”
Uit de kombuis stegen de heerlijkste geuren op. Madame en monsieur zaten al aan tafel, aan de hoofdtafel. Op het glimmende mahoniehout lagen placemats uit het Rijks, het tafelzilver fonkelde, en tegenover hen zat een alleraardigste dame die de vrouw van de kapitein bleek te zijn. Madame complimenteerde haar met haar goede smaak. “Voor mannen, bedoelt u?” “Dat ook”, beaamde Madame, “maar ik bedoelde hoe verzorgd en gezellig u alles aan boord hebt gemaakt. Werkelijk tot in de kleinste details. Het ontbreken van een inloopkast kan ik u dan wel vergeven.” De kok zelf kwam het eten opdienen. Eén voor één zette hij de elegant opgemaakte borden op tafel. Madame keek hem al die tijd onderzoekend aan en fluisterde toen monsieur in het oor: “De gelijkenis is frappant, vind je niet? Denk je dat hij een broer is van de kapitein?”


OVERSTEKEND VEE OVER DE RAND VAN DE BARRAGE

In het land varend waar de keuken op de UNESCO-werelderfgoedlijst staat, kom je veel koeien tegen. De Charolais of Blonde-Aquitaine hebben wij vaak ontleed op ons bord gehad of dinerend in een tot restaurant verbouwd sluishuis vlakbij je bord hebben wij deze biefstukjes grazend vlakbij onze tafel zien passeren. Onderweg naar Besancon op het Canal de Rhône au Rhin, deels over de rivier de Doubs, word je vlakbij een barrage naar een kanaal geleid om daar te sluizen om aan de andere kant weer op niveau met de rivier verder te kunnen varen. De sluis uitvarend lag rechts van ons een barrage van ruim honderd meter lang. Tot onze verbazing staken een aantal koeien spetterend in het hard stromende water de rivier over naar de andere kant, waar het gras natuurlijk groener was. En een stukje verderop liepen de koeien achter elkaar het water in, zij moesten door de hoge waterstand zelfs zwemmend de overkant bereiken. Alleen hun kop stak nog boven water. En dat lukte ze allemaal! Deze extra oefeningen ontberen de koeien bij ons in Nederland helaas. Water om te zwemmen toch genoeg bij ons. Een biefstukje in Frankrijk is daarom misschien malser. Wij keken allemaal ademloos toe naar dit koeienschouwspel. Eenmaal aan de andere kant van de rivier bleken het bij nader in zien het geen koeien te zijn, maar stieren!



OPGESLOTEN IN BESANÇON

Besançon was de hoofdstad van het departement Franche-Comté. Maar President Hollande heeft het aantal departementen (provincies) verminderd. Zo is dit departement nu samengevoegd met Bourgogne en de hoofdstad werd Dijon. Vinden ze niet leuk in deze  mooiste stad langs het kanaal. Ik heb mij bij de VNF, de Franse Rijkswaterstaat geabonneerd op de "Avis à la batellerie" van de regio, waar ik vaar. Elke dag krijg ik soms wel een twintig emails met alle aankondigingen over van alles. Over een verbod om te kunnen varen tot aanleg vanwege vuurwerk, een viswedstrijd of over extra waakzaamheid vanwege 'opeenhopingen anders dan ijsschotsen', vaarstop vanwege sociale bewegingen (zo kan je een staking ook benoemen) of vanwege diepzeeduiken(!) in een kanaal? Leve Google translate, want je kan deze Avis in Nederlandse vertaling krijgen. Zo wist ik in Dole al dat er tien sluizen na Besançon een stremming was voor tien dagen vanwege werkzaamheden aan een sluis. Op de tussenstop naar de vorige hoofdstad vanuit Dole lagen wij in Ranchot, een dorp waar niets te beleven valt. De volgende ochtend voeren wij in de regen vroeg weg. Een paar uur later kreeg ik de het Avis door op mijn telefoon dat de keersluis in Ranchot, die wij net hadden gepasseerd, gesloten werd vanwege de hoge waterstand in de heftige rivier de Doubs. Op het Canal de Rhône au Rhin varend, vaar je soms kilometers over deze uit Zwitserland afkomstige rivier. De rode en groene boeien staken nog net boven het water uit. Besançon haalden wij gelukkig tegen de middag. Het werd zo waar droog en Tineke en Robert trokken hun wandelschoenen aan en trakteerden ons op een bezoek aan de Citadel. Wij hobbelden er achter aan op onze bootschoenen. Terwijl wij een paar uur eerder onder langs voeren konden wij door de regen nog niet vermoedden hoe mooi het uitzicht boven was bij droog weer! Toen zij de volgende dag vertrokken naar de Auvergne voor een wandelvakantie lagen wij nog vier dagen vast in deze mooi opgeknapte oude vestingstad. Echt geen straf met Monoprix en een Galerie Lafayette en de citadel hadden wij immers al gezien!