vrijdag 4 oktober 2013

2013-10-4

BORDEAUX

Na Castets kom je na twee sluizen op de Garonne om na 60 km varen in Bordeaux aan te komen. Vanaf daar is het uit met simpel kanalen varen en kom je op een getijdenrivier met een verval van 7 meter. De sluismeester vertelt je wanneer het de beste tijd is om te vertrekken om met gunstig tij in Bordeaux te geraken. Hij weet ook precies waar je daar het beste kan aanleggen, langs het Pont d’Honneur. Je krijgt het telefoonnummer van de Mairie in Bordeaux om daar een plaats te reserveren. Na amper drie uur varen voeren wij onder één van bogen van de Pont de Pierre door en legden wij de Gairloch aan de Pont d’ Honneur vast als enige boot. Ruim 150 meter lang en met twee enorme deuren naar de kade toe, heel goed beveiligd. Via een code kan je die openen en op de kade komen. Erg veilig en vlakbij het ‘Vieux Bordeaux’ en het centrum. Rond negen uur ‘-avonds legden er uit de richting Gironde (de grootste riviermonding van West Europa) vier nerveuze motorbootjes aan. Komend van zee, nog geen 10 meter lang, maar wel allemaal met een flying bridge. Rechtuit varen kunnen ze waarschijnlijk wel, maar aanleggen in stromend water niet. Tegen de kade botsend, soms achterstevoren is het hun uiteindelijk gelukt om met onze hulp om af te meren. Tussen alle boomstammen door. Hele bossen dreven met grote snelheid langs en tegen onze boot. Heen en weer, dag en nacht, sommigen herkende je aan hun rare vorm. En dat in het kolkende en zanderige water, een soort continu draaiende wasmachine met alleen zand in zeepbakje. Elke dag verscheen een boot van de firma Burdigala (latijn voor Bordeaux) aan de steiger, die mensen ophaalde voor een rondvaart van anderhalf uur. Na afloop op de donderdagmiddag kwam de kapitein langs met twee open flessen. Die mochten wij opdrinken, anders werd de inhoud toch maar weggegooid. En met een uitnodiging om de volgende dag ‘s-avonds mee te varen op een rondvaart. Daar hebben wij natuurlijk graag gebruik van gemaakt. Wij hebben veel geleerd van de uitstekende gids, die alles over Bordeaux in goed te verstaan Frans vertelde en die haar verhaal daarna nog eens in het perfect Engels herhaalde.
 


HAVENS IN BORDEAUX

De oudste haven in Bordeaux is het Bassin à Flot. Ten noorden van de stad kom je via een sluis in bassin A, voor de commerciële vaart bedoeld en via een brug in bassin B, voor de pleziervaart bestemd. Daar is ook een in de tweede wereldoorlog door de Duitsers gebouwde onderzeeboothaven. Met dank aan vele met name Spaanse krijgsgevangenen. Tegen het einde van de oorlog werkte daar Oberfeldwebel Heinz Stahlschmidt, een explosievendeskundige. ‘Er hatte sich verliebt‘ in Henriette en de stad waar zij woonde, Bordeaux. Bij de terugtocht van de Duitsers kreeg hij de opdracht om alle belangrijke gebouwen in het centrum en alle bruggen op te blazen. De Résistance kreeg daar lucht van en benaderde Heinz om een duplicaatsleutel te maken van het munitiedepot. Zij zouden daarna wel iemand vinden om het depot op te blazen. De sleutel gaf Heinz, maar een deskundige vond de Résistance niet. Uiteindelijk heeft Heinz Stahlschmidt het zelf gedaan. En heeft daarna moeten onderduiken en Bordeaux voor veel ellende gespaard. Na de oorlog had in het verdeelde Frankrijk natuurlijk iedereen in het verzet gezeten. Zowel aanhangers van Pétain met de Vichyregering, heulend met de Duitsers en die van de Gaulle vanuit Engeland regerend anti-Duits. De mensen uit de Résistance en zelfs de (duplicaat) sleutelmaker werden geëerd. Maar niet Heinz Stahlschmidt, alleen omdat hij een Duitser was, de vijand? Hij trouwde Henriette en werkte daarna tot zijn pensioen in Bordeaux om mijnen en bommen onschadelijk te maken in de havens van de Gironde. Hij kreeg ooit een toezegging van 100.000 dollars van de regering in Amerika als hij zou verklaren dat de VS hem benaderd had destijds om het munitiedepot op te blazen (doel :betere handelsbelangen met Frankrijk). Hij weigerde. Pas in 1991 liet op zijn sterfbed degene die hem hielp onderduiken een plaatselijke journalist komen om het werkelijke verhaal in de openbaarheid te brengen. Na 47 jaar kreeg hij eindelijk erkenning en de eremedaille van de stad Bordeaux uit handen van burgemeester Chaban Dalmas, met wie hij nota bene in hetzelfde huis in de oorlog ondergedoken had gezeten. De onderzeebootbasis bestaat nog steeds en is nu een maritiem & modern museum. De haven zelf is een ramp. Eerder onderweg op het kanaal kwam ik een Fransman tegen uit Bordeaux. Hij zei :je komt de haven misschien wel in, maar uit? Dat kan weken duren. De oude sluis is meer ‘en panne’ dan niet! Wij hebben zelf poolshoogte genomen. In Bassin A, vlak na de sluis lag vlak na de sluis een zeilboot, ‘muurvast’. Één van kleppen in de sluis werkte niet goed en al het water in beide bassins liep weg naar de Garonne. Het water was al 2 meter gezakt, sommige boten lagen ‘strak’ tegen de kant of schuin op de bodem. Ga dus nooit in het Bassin liggen! Dan is er nog Port de Bègles, 5 km ten zuiden van Bordeaux, twee jaar geleden bestaand, maar ver van het centrum en door zijn ligging midden in de Garonne niet beschermd door een wal, die bescherming biedt tegen de boomstammen, ook geen aanrader dus. Je betaalt er trouwens niet veel minder dan aan het Pont de Honneur, vlakbij het centrum. Behalve veel hout heb je ook last van de golfslag van twee veerboten. Sinds juni dit jaar in gebruik, in Bordeaux gebouwd met hybride motoren. Geen succes, want na één maand viel zowel het elektrische als het motorische gedeelte van de motorisatie weg en eindigde het schip tegen de één van de bogen van de Pont de Pierre. Tijdens ons verblijf bleef ook het tweede schip niet gespaard en kwam hard tegen de aanlegsteiger tot stilstand bij het aanleggen. Niemand raakte gewond, maar een uur lang kwamen van heinde en ver politie en brandweer met veel sirenes op dit ongeluk af. Vanaf de Pont de Pierre tot de volgende brug stroomt de Garonne richting Gironde halvemaanvormig door de stad en heet het water Port de la Lune. Heel veel vroeger de enige haven. Waar de schepen zelfs midden in het water voor anker moesten liggen, als er geen plaats was langs de kade. De gemeente heeft sinds 2 jaar het Pont d’Honneur aangelegd met een drijvend ponton, een honderd meter na de Pont de Pierre. En dat is de beste plek om aan te leggen. Je kan vertrekken wanneer je wil. We hadden regelmatig telefonisch contact met Mme Vals van de Mairie de Bordeaux. De dag vóór ons vertrek kwam er op een door ons bepaalde tijd een ambtenaar van de Mairie met een aktetas onder zijn arm. Daarin zat alleen onze factuur en een typisch Franse bonnenboekje. Wij zijn de sluismeester van Castets dankbaar dat hij ons van de drie havens de Pont de Honneur heeft aanbevolen.

AIRBUS 380

In de week dat wij in Bordeaux waren hebben wij het drie maal meegemaakt dat een groot schip vlak voor de Pont de Pierre stil lag. Te wachten op absoluut dood tij. Boven op lagen delen van de romp of een vleugel van een toekomstig Airbusvliegtuig. Vanuit Duitsland, Spanje komen deze onderdelen per zeeschip aan in een haven net boven Pauillac in de Gironde. Daar worden ze op een speciaal gebouwd schip de "Brion” geplaatst en via de Garonne  naar Langon gebracht. Verder gaat het over de weg met een  Convoi Exceptionelle naar Toulouse-Blagnac. Daar vindt de verdere assemblage van het vliegtuig plaats. De oudste en laagste brug is de Pont de Pierre. Ooit op instigatie van Napoleon gebouwd, met net zoveel bogen als er letters in de naam Napoleon Bonaparte zijn. De ook ’s-nachts verlichte brug kan de hoeveelheid water door de 17 bogen niet aan door het grote verval van 7 meter tussen eb en vloed. Het water hoopt zich  bij eb of vloed op bij de brug op, zodat het verschil vóór en na de brug een meter kan bedragen. Na de brug duik je met je boot dan één meter omlaag of omhoog midden in vele draaikolken. Één van de moeilijkste te passeren bruggen in Europa. Tenzij je wacht op absoluut dood tij. En dat doet de Airbusboot. Één van de bogen is voorzien van bescherming met vele rubberen dukdalven. Er boven hangt een rood licht. Voor pleziervaart verboden. Als het licht uit is betekent dat er absoluut doodtij is. Dan schuift de Airbusboot langzaam onder de brug door op zijn weg naar Langon, 50 km verder.

LES DÉLICES DE BORDEAUX

Ongeveer 25 jaar geleden was ik voor een cursus in Bordeaux. Een smerige zwarte en vervuilde stad toen. De gemeente heeft het daarna fantastisch aangepakt. De meeste van de zwarte van zandsteen gebouwde huizen zijn schoongemaakt. Straten autoluw gemaakt en een goed openbaar vervoer met een hybride tram. De ruim 4 kilometer lange kade vanaf de Pont de Pierrre is naar de volgende brug is vernieuwd. Oude pakhuizen zijn omgebouwd tot een outletcentrum met cafés en restaurants. Vroeger was daar de aanlegplaats voor boten om hun waar (wijn) dus in te laden op weg naar Engeland. In de Middeleeuwen stond Bordeaux drie eeuwen lang onder Engels bewind. Dat vonden ze in Bordeaux toen niet erg. Engeland was ver weg en bemoeide zich niet veel met het wel en wee in de stad. En de Engelsen hielden erg van Bordeaux wijn, handel genoeg! De stad is de afgelopen jaren erg veranderd en heet nu zelfs ‘Petit Paris’. De heerlijkheden in de stad, les délices, zijn niet te tellen. Op de zondagochtendmarkt langs de kade ben je voor 6 oesters met een glaasje wijn 7 euro kwijt. Bijna geen plaatsje te krijgen om het op te eten. We konden onze gasten uit Aubeterre-sur Drôme ontvangen op de Pont d’Honneur. Vorig jaar zijn wij bij hen een week op bezoek geweest. De borrel begon in de schaduw van de kade en aan het einde van het diner waren wij 7 meter hoger en op ooghoogte van de feeëriek verlichte stad. Hier de délices van  Cor uit de plaatselijke chocoladewinkel en het taartje van Liesbeth uit de bisto Chez Dupont in de wijk Chartrons. We hebben een week lang iedere dag van Bordeaux genoten.


VERTREK UIT BORDEAUX

Rekening houdend met een gunstig tij moesten wij volgens de sluiswachter in Castets om zes uur in de ochtend vertrekken om met voldoende water onder de kiel rond half tien in Castets binnen gesluisd te worden. Maar wij staan nooit om half zes in de ochtend op. Het was ook erg donker. De moeilijke Pont de Pierre was weliswaar verlicht, maar de boomstammen daarna? We hebben tot zeven uur gewacht om gebruik te maken van de schemering in de opkomende zon. De boomstammen werden toen pas een beetje zichtbaar. Een tandje meer met de motoren en we kwamen op de afgesproken tijd aan bij de sluizen in Castets. Na twee keer gesluisd te zijn kwamen wij op een voor ons gevoel op een boerensloot terecht, het Canal lateral à la Garonne. Zo voelde het na de tocht op de enerverende Garonne.