zaterdag 24 augustus 2013

2013-08-24


MOISSAC

Vorig jaar hadden wij dit plaatsje aan de Tarn al uitgebeid bezocht. Het heeft een klooster uit de 7e eeuw. Na Cluny was dit de belangrijkste abdij  van de Benedictijnen. Het tympaan boven de deur van de kerk is als de mooiste romaanse beeldhouwkunst op de Unesco werelderfgoedlijst geplaatst. Evenals de kloostergang. Rond 1850 zou het klooster opgeofferd worden voor het spoor van de trein van Toulouse naar Bordeaux. Gelukkig kwam daar zo veel verzet tegen dat alleen de refter is afgebroken en de rest gelukkig behouden kon blijven. Een oase van rust met af en toe een voortdenderende trein. Moissac is het centrum van de Chasselas-teelt. Een druif om ‘op te eten’ en met een Appelation d’Origine Controlée keurmerk. Vroeger ging de gegoede burgerij in het najaar naar Hotel Le  Moulin de Moissac voor een ‘sapkuurtje’ van een paar weken. In de hoop van binnen net zo rein te worden als de druif zelf, waar je dwars doorheen kan kijken! Bij toeval kwam ik erachter dat in 1930 in de nacht van 3 op 4 maart Moissac slachtoffer werd van een enorme overstroming van de Tarn. 120 mensen kwamen daarbij om, 1400 huizen werden volkomen vernietigd, waardoor 80 % van de bevolking dakloos werd. Elektriciteit, schoon drinkwater en telefoon waren toen nog een luxe. Na 2 dagen ellende is er pas hulp geboden door een nabij gelegen Senegalees regiment infanterie. In een land, dat kampioen is in herdenkingen, gedenkzuilen/platen, vooral van de 1e en 2e wereldoorlog, is het raar dat van deze catastrofe hier niets is terug te vinden. Tijdens de tweede wereldoorlog in het Frankrijk van de met de Duitsers heulende regering in Vichy heeft Moissac een belangrijke rol gespeeld bij het helpen onderduiken van joodse kinderen. Meer dan 500 joodse kinderen zijn ondergebracht bij families in dit stadje van toen amper 9000 inwoners. Iedereen wist ervan en niemand is verraden. Op 2 plaatsen in het stadje zijn gedenkplaten te vinden, die hiervan getuigen...



EEN SCHUURTJE AAN BOORD

Er kwam een jongetje op de steiger langs en vroeg: 'mevrouw met hoeveel mensen bent U aan boord?' Nou, zei Elsbeth: ‘met zijn tweeën’. Is die boot dan niet veel te groot, vroeg het jongetje. Neen, zei Elsbeth, want we hebben ook een schuurtje aan boord. ’Oh‘ zei het jongetje, tevreden met het antwoord en liep verder.


NÓG EEN BOOT OP DE TARN

Ook bij Moissac kan je de Tarn op. Direkt na de 2 sluizen heeft de gemeente 2 prachtige pontons aangelegd met alle faciliteiten die het wel doen. Voor 6 euro liggeld per dag. Zwemmen mag je daar weer niet! Wij zijn vele malen ‘per ongeluk’ in het water gevallen. Het uitzicht is prachtig. En ’s-avonds is alles verlicht. Op de pont Napoléon, het kuurhotel en  het wandelpad met platanen van daar naar het Uvarium. Uva is druif in het latijn en Ova is een ei... Dit is gebouwd in 1933 als ter ere van de Chasselasdruif als ‘druivenschenkerij’ Tussen de sapjes en het verplicht eten van enkele trossen druiven door kon men zich daar verpozen met de foxtrot dansen. Wij lagen daar als enige boot in de Tarn. De volgende dag verscheen een tweede boot van ruim 20 meter lang. Deze langere boten kunnen op de 200 meter lage kade terecht, ook met alle voorzieningen. Maar deze boot ging  uitgerekend naast(!) ons liggen aan het ponton. Weg uitzicht, weg wind en zwemplezier. De Engelsen op de boot verontschuldigden zich min of meer. Maar we zouden geen last van ze hebben: zij gingen het stadje bekijken! Zij gingen allemaal naar het toilet die met een zeer luidruchtige Sanibroyeur, een elektrisch toilet geleegd werd, ook nog onze frisse adem benemend. Toen zij terugkwamen hadden wij onze boot verplaatst naar het andere ponton en was ons uitzicht weer hersteld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten