Een vestingstadje met een geschiedenis vooral in de
tachtigjarige oorlog. Het is toen meerdere malen belegerd door de Spanjaarden.
Het heeft thans een grote nieuwe passantenhaven met alle faciliteiten in de
voormalige houthaven. De houthandelaar Salco Tromp had in de 19e eeuw
een houtzaagmolen en maakte Steenwijk tot centrum van de Europese houthandel. Toen
hij erg succesvol werd kocht hij de naam van zijn vrouw erbij en de familie
heette vanaf toen Tromp Meesters. Bij zijn overlijden liet hij een fortuin na
aan zijn twee zoons. Één van hen kocht het terrein van 10 hectare achter de
haven en liet door de architect van o.a. het Concertgebouw in Amsterdam een
grote in jugendstil villa bouwen, die de
naam “Rams Woerthe” kreeg met een door
Copijn ontworpen park in Engelse stijl. Woerthe betekent weiland en er had
vroeger ooit het huis van burgemeester Ram opgestaan. Na zijn dood verkocht
zijn weduwe huis en tuin aan de gemeente en is het jaren lang gemeentehuis
geweest. Thans is het museum en heeft het een afdeling gewijd aan Hildo Krop,
een beeldhouwer geboren in Steenwijk en vooral in Amsterdam beroemd geworden.
Het park is vrij toegankelijk en
heeft een hertenkamp, een ongekend succes bij onze kleindochter Fiep : je mag
ze ongelimiteerd brood voeren! Tijdens ons verblijf in Steenwijk werd bekend
dat de Veenkoloniën vanaf nu op de Unesco erfgoedlijst staan en dat hebben wij eigenlijk
te danken aan een voorouder van Willem Alexander, Koning Willem 1! In dit verhaal speelt ook de oude houthaven een rol. Vandaar
mijn interesse in deze geschiedenis. Toen destijds Napoleon verslagen was,
waren de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden(thans België) er slecht aan toe, er was geen werk en veel
armoe. Johannes van den Bosch, een generaal-majoor uit het leger richtte de
Maatschappij van Weldadigheid op in 1818 om de armoe te bestrijden en deze
mensen ‘op te beuren’. Dat opbeuren bestond uit de armen en bedelaars over te
brengen ‘naar landbouwende koloniën op onontgonne gronden’. Daar zou voor hen
arbeid, onderhoud en onderwijs worden verschaft… Hij wilde beginnen met
weeskinderen. Maar de toenmaals 200 à
250 weeshuizen voelden er niets voor, zij werden gesubsidieerd door
gemeentes per opgenomen kind. Minder kinderen, minder inkomsten. Van niemand,
zeker niet van de weeshuizen in Nederland , kreeg hij ondersteuning voor zijn
plan. Maar na de Napoleontische tijd hadden wij voor het eerst een koning,
Willem 1 en in die tijd had een koning macht. Zijn wil was wet. Johannes van den
Bosch ging naar de koning en wist hem enthousiast te maken voor zijn plan. De
koning vaardigde wetten uit die zijn plan mogelijk maakte. In totaal werd
3200 hectare grond aangekocht en zo ontstonden, Veenhuizen, Frederiksoord,
Willemsoord en Wilhelminaoord in 6 jaar tijd. In iedere stad was een
Burgerweeshuis voor wezen van gegoede burgers en een Armoeweeshuis of
Aalmoezeniershuis. Het sterftecijfer onder ouders was toen hoog. De weeshuizen waren
hard nodig en werden gesubsidieerd door de gemeente en zo nodig met bijdragen
uit de bevolking. De weeshuizen bleven weigeren hun kinderen aan de Maatschappij
van Weldadigheid af te staan. De wezen moesten in hun eigen omgeving blijven en
niet op de veengronden van Drente! De koning vaardigde vervolgens wetten uit
die de subsidies korten, als zij hun wezen niet zouden afstaan. De weeshuizen
werden uiteindelijk zo gedwongen hun kinderen af te staan. Later kwamen 750
bedelaars, 250 gezinnen en 4500 ‘overigen’ in de koloniën terecht. De
gestichten, waar in totaal 8600 wezen zijn terecht gekomen konden het uiteindelijk
financieel niet bolwerken, mede ook omdat goed personeel niet te vinden was. De
Staat nam het project over en de gestichten werden rijkswerkinrichtingen voor voornamelijk
mannen, die ‘mindere vergrijpen’ hadden
begaan. Zij werden ‘verpleegden’ genoemd. Later werd het steeds meer een
penentiaire inrichting met gedetineerden eerst in een open later in een
‘gesloten’ omgeving. In de tijd van de
florerende houthaven in Steenwijk werden
bedelaars en gedetineerden voor een licht vergrijp met een boot vanuit
Amsterdam naar Blokzijl gebracht om op een kleinere boot naar Steenwijk
gebracht te worden, naar de houthaven. Daar ontscheept moesten zij te voet naar
de koloniën. Steenwijk zelf kon niet achter blijven en dankzij een legaat van Salco Tromp Meesters kwam er aan het eind van de houthaven een
gebouw ‘ter wering van bedelaars’, Daar konden bedelaars uit de omgeving onderdak krijgen,
zij moesten wel werken, dat bestond voornamelijk uit het vlechten van matten. Ook dat
project strandde. Het gebouw staat er nog steeds. Het is nu een Chinees
wokrestaurant, waar passanten nu graag
eten….
zondag 29 augustus 2021
STEENWIJK
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten