vrijdag 26 juli 2019


                       DE  LASSOWERPER





Het Canal du Nord is dé verbinding van België met de regio Parijs voor de beroepsvaart. Vroeger was dat het Canal St. Quentin met sluiskolken van de z.g. Freycinet afmeting. Het zal niemand verbazen dat in vorige eeuwen in  Frankrijk elk departement zijn eigen idee had over de grootte  van de sluizen in kanalen. Zo waren de sluizen 30, 32 tot 40 meter lang en wilde men door heel Frankrijk kunnen varen  dan was je afhankelijk van de grootte van je boot. In 1879 bepaalde Freycinet, minister van openbare werken, dat alle sluiskolken dezelfde  afmeting moesten hebben van 40 meter lang en 5,20 meter breed.  Zo kon er één type schip gebouwd worden van 38 meter lang en 5,05 meter breed, de Spits of op zijn Frans, Péniche. Daar kon je in vrijwel heel Europa mee varen. Door de stompe voorsteven was de snelheid laag. 'Geladen niet vooruit te branden en leeg niet achteruit', volgens de schippers. Nadeel was ook de beperkte laadcapaciteit van 300-400 ton. Daarom kwam begin 20e eeuw het idee voor een 'groter' kanaal, het Canal du Nord. In 1908 begonnen en met oponthoud van de twee wereldoorlogen was het pas in 1965 klaar. Met sluizen van 91 meter lang en toch maar 5,70 meter breed zie je daar veel achter elkaar gekoppelde beroepsvaart. Wij voeren achter een niet gekoppeld geladen binnenvaartschip die gemakkelijk was bij te houden tussen de sluizen. Zelfs samen met een oude huurboot, type Connoisseur, met in het midden een groot schuifdak. Al deze sluizen hebben een verval van ca 6 meter, geen drijvende bolders of glijstangen, maar verhaalpotten. Die had de Australische kapitein van de Connoisseur niet nodig. Hij ging achter op zijn boot staan en als een volleerd lassowerper wierp hij in elke sluis de lijnen direct om de hoogste verhaalpot heen.  Ik vroeg hem of hij in het circus had gewerkt of als cowboy. Nee was het antwoord. Peter  was een gepensioneerd architect, die zich dit had aangeleerd. Echt niet zo moeilijk hoor vertelde hij later, gewoon de hoek berekenen ! Mij lukte het niet, maar ik heb Elsbeth gelukkig aan boord.

                         ISLE A'DAM



Een stadje langs de rivier, de Oise, 32 km boven Parijs met een goede treinverbinding naar die stad. En ondanks 16000 inwoners heeft het een gezellige, grote deels overdekte zondagsmarkt. De maandag erop was het 2e pinksterdag en was in het centrum een brocante/braderie. Een goede reden om er een paar dagen te blijven. Een tekening hoefde Elsbeth niet te maken. Dat was al gedaan door iemand anders. Zie de briefkaart van het grootste rivierstrand met kleedhokjes en restaurant van Frankrijk uit 1895 en in 2015 perfect gerestaureerd. Het ziet er fantastisch en nostalgisch uit. Alleen in de maanden Juli en Augustus als zwembad in gebruik, zoals bijna alle zwembaden in Frankrijk.  Daarnaast wordt het bad vaak als filmlocatie gebruikt. De dag van onze aankomst was er die ochtend een filmopname met Charlotte Rampling geweest. Elsbeth ging snel van boord en wilde haar wel eens in levende lijve zien. Helaas, ze waren al klaar en iedereen van de 'tournage' was net verdwenen.

            MOULES  FRITES  FUMÉES






Het hele centrum van  L'Isle Adam was één grote brocante  met 400 stands. Ik kocht voor 20 euro een prima verrekijker, mijn oude hing met duktape aan elkaar.  Van al dat geslenter kregen we honger en wij gingen een Moules Frites scoren op een terras. Er vlakbij was een kraam, waar je een sandwich merquez kon krijgen, vers gegrild op de barbecue. Merquez zijn Marokkaans gekruide worstjes. Gaat het te hard op de BBQ  dan barst het velletje en  stroomt er  een hoop vet uit en daardoor veel rookontwikkeling. De ongunstige wind zorgde dat ervoor dat wij een Moules Frites aten met een aparte bijsmaak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten