maandag 8 juni 2015

2015-6-8

 
 
TERUG UIT COMPOSTELLA
 
De pelgrimstocht naar Santiago de Compostella bestaat al eeuwenlang. Vroeger werd deze tocht gemaakt alleen om religieuze redenen of als straf, uitgesproken door een kerkelijke rechtbank. Tegenwoordig deels om het cultuurhistorisch erfgoed te bekijken, waarlangs de tocht gaat, vanwege de fysieke inspanning en vaak om in samenhang met ontwikkelingen in hun eigen leven geruime tijd in een geheel andere omgeving te verkeren. Kortom je kunt er eens even helemaal tussen uit! Onderweg kan men voor een paar euro eten en slapen in sobere herbergen. Bij de gemeentehuizen onderweg kan je een stempel laten zetten in je speciale pelgrimspas. Op vertoon van deze pas kan je in Compostella laten zien dat je minstens 100 km gelopen hebt, een minimum vereiste voor de begeerde oorkonde. In Frankrijk begin je vanuit 3 steden met de tocht. In de buurt van de Spaanse grens komen die tezamen. Zoals bij Moissac. Langs het Canal Latéral à la Garonne kwamen wij er vorig jaar velen tegen met allemaal een lege schelp van een coquille St Jacques op hun rugzak. Deze pelgrimsroute eindigt bij het graf van Apostel Jacobus in Santiago de Compostella en wordt daarom ook wel Jacobsweg genoemd. Op een koude regenachtige ochtend kwamen wij in Bourgondie een pelgrim tegen uit Vlaanderen. Hij was 8 maanden geleden gestart in Vézelay, waar hij de volgende dag weer zou terugkomen om vandaar terug naar België te gaan. Maar hij had nog precies 7,28 euro op zak en of wij zijn pelgrimspas niet wilde zien. Vol trots haalde hij zijn leporello, een zigzag gevouwen pas tevoorschijn met een indrukwekkend aantal stempels. De Elfstedentocht is er niks bij. Hij had al die maanden onder de blote hemel geslapen en had genoten van zijn tocht. Alleen al die honderden pelgrims tezamen in Compostella, dat vond hij te veel en hij maar niks. Wij waren op de hoogte van het slechte weerbericht de komende 24 uur en hebben hem een geldelijke bijdrage gegeven om zijn laatste nacht in ieder geval droog door te brengen.

SLUISEMUIZENISSEN

Sluizen op het kanaal zien er zo uit met een al dan niet bewoond sluishuisje ernaast. Geen haven? Bij een sluis mag je altijd liggen met je boot. Het Canal du Centre is 112 km lang, heeft 61 sluizen en 3 beweegbare bruggen. De sluizen zijn geautomatiseerd met een niet altijd even begrijpelijke bediening. Wij hebben tot 3 keer vast gezeten. De eerste keer tussen twee sluizen in voor één dag. Een muis had zich te goed gedaan aan de elektrische bedrading van een sluis bij Paray Le Monial. De tweede keer bij Montceau les Mines zaten wij vast tussen de enige twee beweegbare bruggen. Een struik had met een wortel de bedrading beschadigd, waardoor één slagboom niet meer dicht ging. Met de hand wel, maar daar moest een speciaal team voor worden opgeroepen. Oponthoud slechts twee uur. En de derde keer in een sluis met een verval van vijf meter. Na een uur waren wij slechts twee meter gezakt door een kapotte olieleiding, die de klep in de sluisdeur moest bedienen. Het werd gerepareerd, maar dat betekende drie uur vast tussen de twee deuren in een sluis. Nee, dan denken we met weemoed terug terug aan het Canal Latéral de La Loire. Bij elke met de hand bediende sluis was een sluismeester aanwezig en nooit problemen. Automatisering is niet alles.


 

 
LE GUÉTIN

Een plaatsje aan het Canal latéral de La Loire, waar die kruist met de rivier de Allier. En deze rivier mondt een kilometer verder uit in de Loire. Je kruist deze rivier over een aquaduct, net als in Briare. Alleen nu van beton en niet van staal, met ruim 340 meter ook half zolang. En 10 meter boven de Allier. Deze 10 meter overbrug je met 2 typische sluizen van 5 meter elk direct achterelkaar. De kades zijn niet horizontaal maar lopen schuin omhoog en hebben geen drijvende bolders of verhaalpotten. Je schrikt ervan als je er 'montant' binnenvaart. Bij het omhoog sluizen, voorin liggend is dat geen pretje. De sluismeester haalt met een haak ons 12 meter lang lijn omhoog voor en achter en legt die om een bolder. Bij het sluizen zelf is de boot met die twee lange steile lijnen absoluut niet te houden en botst en bonkt de boot heen en weer tussen de sluismuren. Hoe voorzichtig de sluismeester deze geautomatiseerde sluis ook bedient. Bij de tweede sluis de zelfde manoeuvre. Tot genoegen van de beste stuurlui die achter een hekje op de kade graag ongewenst advies geven. Heel speciaal  deze sluizentrap in Le Guétin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten